‘Wij planten bomen voor de volgende twintig jaar’
Plantageholding SIPEF heeft de 5de editie van de Family Business Award of Excellence®gewonnen, een organisatie van EY in samenwerking met BNP Paribas Fortis, FBN Belgium en Guberna. De beursgenoteerde groep viert volgend jaar haar honderdste verjaardag. Ze is in handen van de zesde generatie van de familie Bracht en van de holding Ackermans & van Haaren. ‘Duurzaamheid en langetermijndenken, dat zijn de sleutelwoorden van onze strategie’, legt CEO François Van Hoydonck uit.
‘Wij zijn een plantagebedrijf. We planten bomen. En dat doen we voor de volgende twintig jaar. Langetermijndenken zit in ons DNA ingebakken, al zes generaties lang’, vertelt François Van Hoydonck. Hij werkt al zijn hele carrière bij SIPEF en is sinds 2007 CEO van de beursgenoteerde groep. De stichtersfamilie Bracht bezit nog 13 procent van de aandelen. Holding Ackermans & van Haaren bezit 30 procent en speelde daarmee een belangrijke rol in de financiering van de groei van de afgelopen jaren. ‘Een mooi voorbeeld van professionalisering van het familieaandeelhouderschap’, beaamt Eric Van Hoof, vennoot en Family Business Leader bij EY.
Niet koloniaal
Hoewel SIPEF een multinational is, doet het bedrijf bij velen amper een belletje rinkelen. In ons land telt de groep maar een twintigtal werknemers. Wereldwijd zijn dat er 22.000, vooral op de plantages in Zuidoost-Azië.
‘Tropische landbouw heeft vaak een bijzonder negatieve bijklank. Palmolie ligt onder vuur. Sinds 2005 hebben we duidelijk afstand genomen van wat misschien een nogal koloniale aanpak was. We zetten nu toekomstgericht in op duurzaamheid, zowel ecologisch als sociaal. We distantiëren ons bijvoorbeeld van ontbossing en zetten in op faire werkomstandigheden voor de laaggeschoolden op onze plantages. Die aanpak werpt zijn vruchten af. De consument hecht steeds meer belang aan duurzaamheid en daarom kunnen wij dit uitspelen als een concurrentieel voordeel naar onze klanten’, zegt Van Hoydonck.
‘De meeste van onze concurrenten bevinden zich in Zuidoost-Azië, vaak zijn het Chinese bedrijven. Wij vinden het belangrijk om onze eigenheid als Europees landbouwbedrijf stevig in onze corporate governance te verankeren. De familieaandeelhouders hebben deze duurzame koers volledig onderschreven. Zij denken mee op de lange termijn, generatie per generatie. Met familieaandeelhouders ben ook je geen overnameprooi op de korte termijn, want als beursgenoteerd bedrijf ben je kwetsbaar.’
‘Toen de zesde generatie op het voorplan trad, was die duurzaamheid zelfs een conditio sine qua non om in het bestuur van het bedrijf te stappen. Waar de vorige generatie vooral een agronomische interesse had en focuste op de plantages, merk je dat haar opvolgers daar een sociale en ecologische dimensie aan toevoegen.’
Deze langetermijnvisie was een van de redenen waarom de jury de plantagegroep tot winnaar van de Family Business Award heeft uitgeroepen. ‘Deze familieonderneming heeft een visie op de zéér lange termijn, eigenlijk voor een volledige generatie. Dat is een sterkte die alleen familiebedrijven kunnen uitspelen. Ze nemen niet zomaar kortetermijnbeslissingen op basis van bijvoorbeeld tijdelijke fluctuaties in prijzen’, duidt Eric Van Hoof. ‘Zelfs in een wereld die snel verandert is zo’n langetermijnperspectief waardevol. Ze draagt bij aan een duurzame strategie, zelfs in sectoren waar je geen bomen plant voor de volgende twintig jaar.’
Internationaal georiënteerd
Daarnaast benadrukt Van Hoof dat duurzaamheid bij SIPEF niet beperkt blijft tot één departement, maar professioneel is ingekapseld in de volledige bedrijfsstrategie en mee wordt gedragen door de raad van bestuur en de aandeelhouders. ‘Dit is een voorbeeld voor andere familiebedrijven. Daarom ook nemen we deze aanpak mee naar de wereldwijde Familiy Business Summit, waar we met SIPEF in juni aan deelnemen. Familiebedrijven kunnen er van elkaar leren en uiteraard netwerken. We merken trouwens dat de huidige next gen’ers bijzonder internationaal zijn georiënteerd.’
‘Daarnaast is de focus op duurzaamheid ook onontbeerlijk in de war for talent. Jonge medewerkers zoeken bedrijven op waarmee ze zich kunnen identificeren’, zegt Van Hoof. ‘En niet alleen in Europa en de VS’, vult Van Hoydonck aan. ‘Ook in Azië merken wij dat jonge academici steeds vaker kiezen voor bedrijven met een verhaal waarin ze zich herkennen. Ze stellen eisen en willen niet zomaar ergens werken. Ze zoeken werkgevers met wie ze zich de rest van hun leven willen verbinden.’
Of het broodje van SIPEF dan gebakken is voor de volgende twintig jaar? ‘We hebben nog een hele weg te gaan’, zegt Van Hoydonck. ‘De ngo’s leggen de lat steeds hoger. Bovendien hebben wij een voorbeeldfunctie te vervullen naar onze sectorgenoten. En we hebben een historische schuld te vereffenen. Daarom willen we iets teruggeven aan de maatschappij. Jaarlijks trekken wij een budget van minstens 200.000 dollar uit voor natuurontwikkeling, opdat fauna en flora zich kunnen herstellen. We willen behouden wat er is en dat beschermen voor de volgende generaties. Onze bestuurders weten dat ze landbouwers zijn. Ze weten dat ze iets afnemen van de natuur. In ruil daarvoor willen ze haar iets teruggeven.’
Een initiatief van
In partnership met: 
